Woensdag vertrekt de Haarlemmer Ton Moolenaar voor de vijftiende keer met hulpgoederen naar de grens van Oekraïne. Hij brengt er winterkleding, medicijnen en generatoren naar het land, waar het door de winter steeds kouder wordt./strong>
Bijzonder is dat Moolenaar niet voor een organisatie werkt, maar dat hij samen met drie andere Haarlemmers alles zelf regelt. “Ik stuur voor elke keer dat ik ga een bedelmail rond naar mijn vrienden, familie en kennissen, en die betalen elke keer braaf”, vertelt hij. Van het geld financieren ze de reis en kopen ze ook spullen.
“Ik heb contact met mensen in Oekraïne. Een dame geeft door welke medicijnen we kunnen bestellen voor het veldhospitaal aan het front. Het gaat dan vaak om pijnstillers, antibiotica en tourniquets die je kunt gebruiken voor het afbinden van slagaderlijke bloedingen.”
In het onderstaande interview vertelt Moolenaar over wat hem motiveert om heen en weer te blijven rijden naar Oekraïne. Tekst gaat verder onder video.
De reis duurt vijf volle dagen. Naast medicijnen en kleding neemt hij ook generatoren mee. “Wij vertrekken stipt om 06.00 uur. De bus is dan nog niet vol, we halen eerst de generatoren op. Daarna worden we afgeladen tot het maximale gewicht met visnetten. Deze worden gebruikt tegen drones.”
Ze rijden tot de grens van Oekraïne. Verder dan de grens mogen ze niet rijden, omdat de verzekering dat niet dekt. De spullen worden daar overgeheveld in een grote loods, andere teams rijden op en neer Oekraïne in. “Op de terugweg nemen wij vluchtelingen mee, die wij in Duitsland afzetten. In Nederland kan dat al een tijdje niet meer.”
Geen zicht op vrede
De vluchtelingen, die vaak slecht of helemaal geen Engels spreken, genieten volgens Moolenaar even van de rust in de bus. “Maar je leest de angst en verbijstering van ze af.” Volgens hem is er sinds de Russische invasie in 2022 nog steeds geen hoop op vrede. “Ook bij de mensen die ik in Oekraïne spreek merk ik die hoop niet. Daarom blijven wij op en neer gaan.”
Wie Molenaar wil steunen, kan geld overmaken: “Daar koop ik dan weer medicijnen of kleding van.”
























